Je hoeft helemaal niet ziek te zijn om toch iedere dag een heilzame portie muziek te kunnen innemen. Daarom vindt je hier dagelijks een nieuwe post met muziek en een verhaal erbij, hopelijk met bemoedigend effect. Verwacht alle soorten muziek door elkaar: pop, jazz, klassiek, folk, rap, enzovoort...

Het schrijvers-team bestaat inmiddels uit Jeroen Swarte, Hoorwurm en Flower Ella; drie muziekliefhebbers met enige kennis van zaken, en een vriendelijke portie missionarissendrang.

zondag 29 maart 2020

Hard times

Moeilijke tijden zijn van alle tijden. Oorlogen, misoogsten, overstromingen, sprinkhanenplagen, buren en ga zo nog maar een tijdje door. Sinds de savanne wordt de mens belaagd door het lot. 
De theoloog Reinhold Niebuhr kwam in 1933 met het gebed "God, geef me de sereniteit om te accepteren wat ik niet veranderen kan, de kracht om te veranderen wat ik wel veranderen kan en de wijsheid het verschil tussen beide te zien". Tegenwoordig worden we wel beknot in onze keuzevrijheid, maar keuzes -lastig, hartverscheurend- moeten nog steeds gemaakt worden. Daar kunnen we wel wat wijsheid bij gebruiken.

Een man die ook wat van miserie afwist is Stephen Foster. Hij staat bekend als ‘de vader van Amerikaanse muziek’ en is hier ook nog steeds bekend van liedjes als ‘Oh Susanna’ (kampvuur),  ‘Camptown races’ (kampvuur, Dave Brubeck) en ‘Swanee river’ (Bing Crosby). Foster schreef veel van zijn nummers voor minstrel shows, de in de 19e eeuw populair geworden variété voorstellingen waarin ook de nu terecht beruchte 'blackface characters’ optraden, witte mannen die zwart geschminkt werden en dan de rol van sukkel speelden voor de broodnodige lach. Foster probeerde de shows naar een hoger niveau te brengen en schreef in de jaren 1850 een toneelstuk voor de afschaffing van de slavernij. In 1864 overleed hij ten gevolge van een noodlottige, bloederige val.

In 1854 schreef Foster een nummer getiteld ‘Hard times’ dat grote bekendheid kreeg tijdens de Amerikaanse burgeroorlog, ook geen fijne tijd. Het gaat over een stap terugzetten, je bevoorrechte leventje te beschouwen, daardoor mededogen te krijgen met degenen die het minder hebben en dan toch met vertrouwen in beter de toekomst in te gaan. Klinkt bekend?
Het is geschreven als een ‘parlour song’, een lied dat bedoeld was om thuis uit te voeren. Deze uitvoering komt misschien in de buurt:


Ik heb het nummer in 1995 eens gehoord bij 'The Transatlantic Sessions’ (de muziekserie van de BBC die met tussenpozen tot 2013 liep en waarin bekende musici uit de akoestische hoek (country, folkmusic etc.) van beide zijden van onze oceaan met elkaar samenspeelden bij het haardvuur, ook op uw youtube) en dacht verder dat het een obscuur lied was. Maar toen ik laatst eens keek, bleek dat het elders bloody big is, waarschijnlijk ook in Japan. Van Dylan over Dolly Parton tot Springsteen, van koren over Mavis Staples tot The Chieftains, iedereen heeft het opgenomen maar de versie van Kate&Anna e.a. blijft voor mij toch wel de mooiste.


Een breekbare soloversie werd tegen het eind van zijn leven opgenomen door Johnny Cash. Cash was een getalenteerd mens: zanger , songwriter, acteur, auteur. Zijn carrière begon (volgens het apocriefe verhaal, later ontkend door Cash) met een bezoek in 1954 aan de beroemde Sun Records studio van Sam Phillips (zie Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Elvis). Cash wilde een contract en zong een paar gospelnummers, waarop Phillips zei dat hij geen gospel meer opnam en Cash aanraadde “to go home and sin, then come back again with a song I can sell". De carrière van Cash kwam later nog lekker op gang met hits als ‘Folsom prison blues’, ‘I walk the line’ en ‘Ring of fire’. Of het door dat zondigen kwam is niet bekend, maar Cash behield zijn leven lang een fascinatie voor de zelfkant en trad vele malen op in gevangenissen. Hoewel Cash een zeer gelovig mens was, werd hij zelf de nodige keren opgepakt vanwege misdrijven maar kwam nooit in de gevangenis, wat een klein wonder is gezien zijn liberale gebruik van alcohol, amfetaminen en tranquillizers. Het gebed van Niebuhr werd geadopteerd door 'Alcoholics Anonymous’ wat het bij Cash dan weer toepasselijk maakt. Cash droeg op de bühne altijd zwarte kleren, wat hem bij het publiek de bijnaam ’The Man in Black’ opleverde en bij zijn mede-musici ’The Undertaker’.


Waarschijnlijk door hem aangestoken bosbranden, zijn activisme voor Native Americans, bijbelkenner, Cash was een kleurrijk mens.

Hoorwurm

Geen opmerkingen:

Een reactie posten