Je hoeft helemaal niet ziek te zijn om toch iedere dag een heilzame portie muziek te kunnen innemen. Daarom vindt je hier dagelijks een nieuwe post met muziek en een verhaal erbij, hopelijk met bemoedigend effect. Verwacht alle soorten muziek door elkaar: pop, jazz, klassiek, folk, rap, enzovoort...

Het schrijvers-team bestaat inmiddels uit Jeroen Swarte, Hoorwurm en Flower Ella; drie muziekliefhebbers met enige kennis van zaken, en een vriendelijke portie missionarissendrang.

woensdag 27 mei 2020

Prélude in C van Bach

Ik maak graag nog eens reclame voor de geweldige podcasts 'Bach van de Dag' van Frank de Munnik. En dan, in het kader van mijn eigen verhaal, zijn podcast over de prélude in C van Bach. Daarin vertelt hij over de herkomst van de eerste prélude uit het eerste boek van het 'Wohltemperierte Klavier', dat samen met het tweede (gelijknamige) boek tot de absolute canon van de klassieke pianoliteratuur hoort. De Munnik vertelt hoe die eerste simpele prélude waarschijnlijk een eerste probeersel is geweest van zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann, bij wijze van oefening, en hoe Bach met een aantal verbeteringen daar een compositie van maakte die tegen de eeuwigheid bestand bleek. En hij laat ook horen hoe de latere componist Charles Gounod de prélude integraal heeft gebruikt voor een 'religieuze melodie', die later weer voorzien werd van de woorden van het 'Ave Maria'. Als je het hoort denk je: "Oh ja!"

Ik ken de prélude uit mijn hoofd (niet zo moeilijk), ben er mee opgegroeid (zoals elke pianist) en blijf me verwonderen over de perfecte eenvoud. Eigenlijk toch een vreemd fenomeen, bedacht ik me naar aanleiding van de podcast, dat sommige noten, hoe goed je ze ook kent, je toch kunnen blijven boeien en zelfs verrassen. Over die luisterervaring zometeen wat meer.

Maar eerst nog wat andere wetenswaardigheden over het 'Wohltemperierte Klavier', kortweg WTK, die niet in de podcast zijn vermeld. Voor de liefhebber.
In Bachs tijd was het stemmen van instrumenten niet zo eenvoudig, en 'stemming' was onderwerp van diepgaand wetenschappelijk debat. Er waren verschillende stemmingen, verschillende frequentieverhoudingen op basis waarvan bijvoorbeeld een klavecimbel (de piano was er nog niet) werd 'getuned', en op basis waarvan er samengespeeld kon worden. In Bachs tijd was de 'middentoonstemming' gangbaar, waarbij een aantal getalsverhoudingen strikt werd aangehouden. Dat had als probleem dat de ene toonsoort zuiver kon klinken, maar een andere toonsoort knettervals. Je moest dus steeds 'omstemmen' voor een ander stuk.
De 'welgetempereerde stemming', ontwikkeld door ene Andreas Werckmeister, bood ongekende voordelen. Nog steeds klinken toonsoorten onderling verschillend, maar geen enkele was nog knettervals. Tegenwoordig hanteren we de 'gelijkzwevende stemming', die ons inmiddels in staat stelt de ene toonsoort exact als de andere toonsoort te laten klinken. 
Bach componeerde boek I in 1722 en boek II in 1742. Beide boeken bevatten in iedere toonsoort, zowel in majeur als in mineur, korte tweeluiken van een prélude plus een fuga. Een prélude (voorspel) is een vrije vorm, anything goes, en een fuga is juist een hele strenge intellectuele vorm, waarin één melodie (thema) de basis is voor een complex meerstemmig vlechtwerk.
Elke boek telt dus 24 koppels van préludes en fuga's.

De eerder besproken prélude in C majeur (de witte toetsen-toonsoort) is de eerste, en technisch de makkelijkste. Eigenlijk zijn het alleen maar akkoorden zonder melodie. En toch... magisch. Die magie is (voor mij) deels verklaarbaar uit de subtiele wisselingen in de tonen die deel uitmaken van de gespeelde akkoorden, waardoor het een spel van langzaam verschuivende schakeringen wordt, met een zo lang mogelijk uitgesteld slotakkoord. Je wordt ongemerkt en toch onontkoombaar van de ene maat naar de volgende geleid, en de werking van de 'anticipatie' is enorm krachtig.

Komen we bij de luisterervaring. Je zou zeggen dat de verrassing er wel een beetje vanaf is als je precies weet welke noot de volgende is. Maar ik merk juist een toenemend luisterplezier als ik weet welke noten er gaan komen. En hoe aandachtiger ik luister (even niks anders doen en gewoon alleen maar luisteren), hoe meer verrassing en gemoedssprongetjes ik meemaak tijdens het luisteren. Wat gebeurt daar? 
Ik zou het volgende kunnen vermoeden. Muziek luisteren is (oppervlakkig beschouwd) een passieve activiteit; er komt een stroom als muziek herkenbaar geluid op je oren af, en die geven dat door aan je hersenen, die het omzetten in iets begrijpelijks. Nou is wel bekend dat vooral muziek maken, maar ook (passief) muziek luisteren een behoorlijke brain work-out is. Nogal wat hersengebieden blijken ingeschakeld te worden als er muziek verwerkt moet worden: klank, ritme, tijdstructurering, anticipatie, emotie en soms (de neiging tot) lichaamsbeweging.... dat klinkt meteen al wat minder passief, toch?

Tot zover de de wetenschap.
Mijn ervaring is dat als ik de prélude beluister, ik niet alleen het precieze moment hoor wat op dát precieze moment langs trekt, maar dat ik -omdat ik het zo goed ken- ook het moment dat achter me ligt en het moment dat nog moet komen in mijn luisterervaring betrek. Dat gaat maar om secondes, maar dat maakt het luisteren meteen veel actiever en .... gestuurder. Het fascineert me al lang hoe je met je aandacht op het moment zelf kan/moet zijn (waar in de tijd kun je anders zijn?), terwijl je met diezelfde aandacht tegelijkertijd voor- en achteruit kijkt. Bij het musiceren is dat essentieel; je hoort dat een musicus weet waar hij mee bezig is door de manier waarop hij de volgende noot/beweging/maat/frase voorbereid met de vorige. Wanneer je hetzelfde doet als je luistert, dan creëer je als het ware de muziek mee met degene die de muziek daadwerkelijk speelt. En dat is een meer autonome luisterpositie dan wanneer je de muziek alleen maar over je heen laat komen. 

Is dat allemaal belangrijk? Nee. Ja. Het weekt de luisterervaring los van het onvermijdelijke oordeel "vind ik het mooi?". Ik denk dat dat belangrijk is omdat er veel muziek is die je beter moet leren kennen om een oordeel te vormen, en niet meteen een oordeel te hebben. Het is met muziek net als met mensen. Is het erg als je die muziek nooit leert kennen? Nee. Loop je nieuwe en spannende ervaringen mis? Ja. Is dat erg? Nee. Ja. 

Hier de prélude en fuga in C, gespeeld op de piano. Oordeel zelf :)



Maar Bach schreef het dus voor klavecimbel.



En hier het 'Ave Maria' van Gounod. Je kunt veel versies vinden met orkest waarin de oorspronkelijke prélude van Bach nauwelijks meer herkenbaar is. Deze versie is begeleid door gitaar, met de prachtige stem van Kathleen Battle.



Tot morgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten